Vincent Van Gogh

Vincent Willem van Gogh ( 30 maart 1853 )  was een Nederlandskunstschilder. Zijn werk valt onder het postimpressionisme, een kunststroming die het negentiende-eeuwse impressionisme opvolgde. Van Goghs invloed op het expressionisme, het fauvisme en de vroege abstractie was enorm en kan worden gezien in vele andere aspecten van de twintigste-eeuwse kunst. Het Van Gogh Museum in Amsterdam is gewijd aan het werk van Van Gogh en zijn tijdgenoten.

Van Gogh wordt tegenwoordig gezien als één van de grote schilders van de 19de eeuw. Deze erkenning kwam echter pas laat. Tijdens zijn leven werd maar één schilderij verkocht:
De rode wijngaard (
Poesjkinmuseum in Moskou). Anna Boch, een Belgische kunstenares en zus van zijn vriend Eugène Boch kocht het voor 400 toenmalige frank op de expositie van de Brusselse Les XX in 1890, een paar maanden voor Van Goghs dood.

Er verliepen maar drie jaar tussen zijn zwaarmoedige
De Aardappeleters (
1885) en de kleurenexplosie in het zuidelijke Arles (1888). Van Gogh produceerde al zijn werk in slechts tien jaar, voordat hij begon te lijden aan een zenuwziekte en zelfmoord pleegde. Zijn roem groeide na zijn dood snel.

 


Jonge jaren

Vincent werd geboren in het Brabantse Zundert, een klein dorpje vlakbij de Belgische grens, als zoon van predikant Theodorus van Gogh en Anna Cornelia Carbentus. Precies een jaar voor zijn geboorte hadden zij ook al een Vincent Willem gekregen, die echter dezelfde dag overleed. Totaal kreeg het echtpaar drie jongens en drie meisjes, waaronder broer Theo, die vier jaar na Vincent geboren werd. Als kind was Vincent een zwijgzame, enigszins in zichzelf gekeerde jongen. Op zijn achtste ging hij naar de dorpsschool, maar het jaar daarop wordt hij al weer van school gehaald. In plaats daarvan kreeg hij thuisonderwijs. Per 1 oktober1864 ging Vincent naar de kostschool van Jan Provily in Zevenbergen waar hij twee jaar verbleef. Op 15 september1866 werd hij ingeschreven aan de Rijks HBS Koning Willem II te Tilburg. In het tweede jaar werd hij van school gehaald, mogelijk omdat zijn vader de school niet kon betalen.

Op zijn zestiende werd Vincent bediende bij het Haagse filiaal van de kunsthandel Goupil & Cie. Oorspronkelijk was dit de kunsthandel van zijn oom Vincent van Gogh, die vervolgens partner was geworden van de kunsthandel Goupil uit Parijs. In 1872 begon Vincent te corresponderen met zijn jongere broer Theo. Deze kwam per 1 januari1873 ook in dienst van Goupil & Cie, in het filiaal te Brussel. In juni van dat jaar werd Vincent in het filiaal te Londen geplaatst. Hij werd verliefd op de dochter van zijn hospita, maar ze was al verloofd met een eerdere kostganger en Vincent maakte een depressieve periode door.

In 1873 werd hij korte tijd op het hoofdkantoor in Parijs geplaatst, en vervolgens weer op het filiaal te Londen. In 1874 werkte hij nogmaals korte tijd op het hoofdkantoor. Zijn depressie hield aan en per 1 april1876 werd hij ontslagen. Zijn oom Vincent was diep teleurgesteld in zijn neef en trok zijn handen van hem af. Vincent werd onderwijzer in Ramsgate.


Vanaf januari 1877 was hij weer in Nederland. Hij werkte korte tijd in een boekhandel te Dordrecht en in mei verhuisde hij naar Amsterdam om zich voor te bereiden op het staatsexamen, dat hem toegang zou verschaffen tot de studie theologie. Hij logeerde bij zijn oom Johannes van Gogh, die commandant was van de Amsterdamse marinewerf. Vincent haakte in 1878 af, zonder staatsexamen te hebben gedaan, onder meer te wijten aan zijn desinteresse in de Latijnse en Griekse taal. Hij volgde een korte opleiding op een zendelingenschool te Laken bij Brussel. In december 1878 werd hij naar de Borinage gestuurd, waar hij onder de mijnwerkers werkte als lekenprediker.Tijdens deze periode begon hij zijn kunstenaarsroeping te volgen. Hij maakte veel expressieve schetsen en tekeningen, waarbij hij zich liet inspireren door meesters als Rembrandt en Millet. In 1880 raakte hij bevriend met de jonge schilder Anthon van Rappard. Hij kreeg nu ook geld van zijn jongere broer Theo. Nu eerst begon zijn explosieve maar dramatische odyssee, die nauwelijks tien jaar zal duren. Aan de vriendschap met Van Rappard kwam na een ongelukkig misverstand een eind, waarna Vincent nog een half jaar in Brussel verbleef.

Vervolgens woonde hij zelfstandig in Den Haag, en te Nuenen. Hij worstelde in Den Haag met een problematische relatie met 'Sien', die in werkelijkheid Christine Hoornik heette. Het was een arme vrouw met een alcoholprobleem en een verleden als prostituee. Zij baarde in 1882 een zoon, maar er zijn nooit bewijzen gevonden dat Vincent de vader was. De relatie verslechterde spoedig en Sien pakte haar oude beroep van prostituee weer op.

Vincent ging eind 1881 op 28-jarige leeftijd voor ongeveer drie weken bij zijn aangetrouwde neef Anton Mauve (die getrouwd was met zijn nicht Jet Carbentus) in diens Haagse atelier werken. Via hem kwam hij in contact met het werk van onder anderen Jaap en Matthijs Maris, J.H. Weissenbruch, H.W. Mesdag, G.H. Breitner en Jozef Israëls. Mauve gaf Vincent schilderles. Zijn invloed op Vincent was groter dan doorgaans wordt aangenomen. Thema’s als spitters, aardappeleters en houtverkopers heeft hij van Mauve overgenomen.

Door zijn relatie met Sien Hoornik kwam Vincent in conflict met Mauve en Tersteeg, zijn vroegere chef bij Goupil. De relatie met Sien wordt verbroken en hij vertrok in september 1883 naar Nieuw-Amsterdam (Drenthe) waar ook Mauve heeft gewerkt. Toen Anton Mauve op 5 februari 1888 op nog geen vijftigjarige leeftijd plotseling te Arnhem overleed, droeg Vincent in Arles zijn Souvenir de Mauve, roze bloeiende perzikbomen, aan hem op

Vincent raakte steeds meer in de problemen: hij had herhaaldelijk ruzies met zijn ouders en kreeg in 1885 de dood van zijn vader te verwerken. Verder had hij problemen met een pastoor die zijn parochianen verbiedt voor Van Gogh te poseren en wachtte vaak lang op hulp van broer Theo, van wie hij steeds afhankelijker werd. In zijn werk boekte hij echter nog steeds vorderingen: hij schilderde een aantal prachtige landschappen en enkele stadsgezichten.


Zijn laatste dagen

Op 27 juli1890, 37 jaar oud, verwondde Van Gogh zichzelf in de borst met een pistool. Hij wilde zichzelf door het hart te schieten, maar maakte een klassieke fout door te denken dat het hart zich ter hoogte van de linkertepel bevindt. Hij miste hierdoor en stierf op 29 juli aan inwendige bloedingen met Theo aan zijn zijde. Een half jaar later overleed ook Theo. Deze liet een zoon achter, Vincent Willem, de grootvader van de bekende cineast en columnist Theo van Gogh (1957-2004). Vincent en zijn broer Theo liggen begraven op de begraafplaats van Auvers-sur-Oise.

 

De schilderstijlen die Vincent Van Gogh heeft gebruikt.

Vincent van Gogh gebruikte de kunststijlen : realisme en impressionissme